Drie prachtige en uitdagende strijkkwartetten van Beethoven
In Beethovens Strijkkwartetten wordt zijn genie waarschijnlijk het krachtigst uitgedrukt. Hij begon ruim voor zijn Eerste Symfonie met het componeren van deze werken, en schreef zijn laatste strijkkwartet ruim na zijn Negende. Dit album presenteert drie van zijn beste werken in dit genre, elk uit een andere periode uit zijn leven.

Het Zesde Strijkkwartet (Opus 18 Nr. 6) is het meest beroemde uit Beethovens eerste belangrijke serie kwartetten. Het Negende Strijkkwartet (Opus 59 Nr. 3), het derde uit de zogenaamde ‘Rasoumovskykwartetten’, is een echt proefstuk voor welk strijkkwartet dan ook. De Große Fuge is niet alleen een van de meest ambitieuze ondernemingen van de componist, maar ook een fantastisch werk waar slechts weinig strijkkwartetten zich aan wagen, laat staan een net zo doordringende uitvoering geven als het Raphael kwartet op dit album doet!

In de zomer van 1981 kwamen vier strijkers uit verschillende Nederlandse orkesten bijeen om een strijkkwartet te vormen, dat ze vernoemden naar Rafaello, de grootse Italiaanse beeldhouwer, schilder en architect. In 1983 werd het Raphael Quartet een officieel ensemble van de Nederlandse radio-omroep, en maakte het zijn debuut in het Concertgebouw in Amsterdam. Het repertoire van het kwartet omvat stijlen en perioden van Haydn tot Shostakovich. De vele uitnodigingen voor internationale concerten hebben geleid tot een groeiende reputatie onder de critici.