About the album
The cantatas of volume 19 can be relegated to three groups: Four works (BWV 72, 88, 129 and 193) belong to the third Leipzig series, lasting from 1725 to 1727; five (BWV 145, 159, 171, 174 and 188) belong to the group known as the Picander cycle of 1728-29, which was not completed or has not survived complete; two works (BWV 51 and 117) belong to the period after 1730, in which Bach composed new church cantatas only sporadically.
His first five years as Thomaskantor cost Johann Sebastian Bach unusual effort, as he has undertaken to compose the church cantatas appointed for each Sunday more or less by himself. He was not contractually obliged to do so, but he adhered quite strictly to this plan at least for two years and loosened it a little for the third yearly cycle, which was spread over two or three years. Even so, Bach never got stuck in a routine, as he was constantly discovering new facets of the cantata genre.
Cantates uit verschillende periodes
Tussen 1994 en 2004 nam dirigent Ton Koopman de enorme taak op zich om alle cantates gecomponeerd door Johann Sebastian Bach op te nemen met zijn Amsterdam Baroque Orchestra & Choir. Tijdens zijn leven schreef Bach vermoedelijk 295 cantates, waarvan er 202 bewaard zijn gebleven. Het overgrote deel van deze cantates kwam volgens biograaf Christoph Wolff, met wie Ton Koopman samenwerkte aan dit project, tot stand in de jaren 1723-25, toen Bach in Leipzig verbleef.
Bachs enorme cantateproductie delen de musicologen op in 5 cantatejaargangen. Een cantatejaargang of cantate-jaarcyclus bestaat uit een groep van bij elkaar horende cantates geschreven voor de kerkdiensten van één kerkelijk jaar.
Het merendeel van cantates werd door Bach geschreven als muzikale omlijsting van de zondagse kerkdienst. De cantates sloten inhoudelijk aan bij de lezingen en de preek van die zondag of kerkelijke feestdag. Het was dus functionele gebruiksmuziek, maar van een hoog muzikaal niveau. De meeste van Bachs cantates beginnen met een uitgebreid openingskoor. Deze opening werd gevolgd door enkele aria's en recitatieven(vertellende stukken, zonder tekstherhalingen).
De volledige set bevat alle 202 cantates onderverdeeld 22 volumes. Dit 19e volume uit de reeks kan worden onderverdeeld in drie groepen: vier werken (BWV 72, 88, 129 en 193) behoren tot de “derde jaarlijkse Leipzig cyclus” van 1725 tot 1727; vijf werken (BWV 145, 159, 171, 174 en 188) behoren tot de groep die bekend staat als de “Picander cyclus”, van 1728 tot en met 1729, welke of niet was afgemaakt door Bach zelf, of welke door de eeuwen heen is kwijtgeraakt; en de laatste twee werken (BWV 51 en 117) zijn gecomponeerd in de periode na 1730, toen Bach nog slechts sporadisch nieuwe cantates componeerde.